Denemarken is het vlakste en meest continentale van de Scandinavische landen. Noorwegen is vooral beroemd om zijn diepe fjorden en houten huizen en kerkjes. Zweden is het grootste land in Scandinavië met enorme, uitgestrekte bossen. Finland is het land van de honderdduizenden meertjes en eilandjes.
IJsland ligt aan de rand van de poolcirkel en heeft spectaculaire landschappen met o.a. vulkanen.
Binnen bebouwde kom | Buiten bebouwde kom | Snelwegen | |
---|---|---|---|
Denemarken | 50 km/u | 80-90 km/u | 110-130 km/u |
Noorwegen | 50 km/u | 80 km/u | 90/100 km/u (1) |
Zweden | 30-70 km/u | 60-100 km/u (2) | 90-120 km/u (2 |
Finland | 50 km/u | 80-100 km/u (3) | 100-120 km/u (3) |
IJsland | 50 km/u | 80 km/u (4) | 90 km/u |
Binnen bebouwde kom | Buiten bebouwde kom | Snelwegen | |
---|---|---|---|
Denemarken | 50 km/u | 80 km/u | 80 km/u |
Noorwegen | 50 km/u | 80 km/u | 80 km/u (1) |
Zweden | 30-70 km/u | 60-80 km/u (2) | 90-120 km/u (2 |
Finland | 50 km/u | 80 km/u | 80 km/u |
IJsland | 50 km/u | 80 km/u (4) | 80 km/u |
(1) aangegeven met borden
(2) snelheid afhankelijk van de staat van de weg
(3) in winter - in zomer
(4) bij tegemoetkomend verkeer vertragen om opspattend grind tegen te gaan
In Denemarken, Noorwegen, Zweden, is het meenemen en gebruiken van radardetectieapparatuur is verboden. De signalering van flitspalen of trajectcontrole in navigatieapparatuur, gsm’s, tablets enz. is soms toegelaten omdat de wetgeving niet echt duidelijk is, maar kan je best verwijderen van die apparatuur. Verwijderen wil echt zeggen verwijderen, niet gewoon uitzetten.
De kans op aanrijdingen met wilde dieren, zoals dassen, vossen, wilde zwijnen, rendieren en elanden, is groot in Zweden. Let daarom goed op de gele waarschuwingsborden en wees extra waakzaam in de ochtend- of avondschemer, langs bosranden, bij het oversteken van water en in de lente (jonge elanden) en de herfst (jachtseizoen).
In sommige steden worden de straten op vaste dagen schoongemaakt. Dit schema staat op borden aangegeven, zodat bestuurders weten op welke dagen ze in een bepaalde straat niet kunt parkeren. Voertuigen die hier dan toch staan geparkeerd, worden weggesleept.
De motor van een stilstaand motorvoertuig mag niet langer dan 2 minuten zonder reden lopen. Deze regel geldt niet voor het wachten in het verkeer. Bij een temperatuur lager dan -15°C mogen bestuurders de motor 4 minuten laten warmdraaien voordat ze wegrijden.
Het is streng verboden om buiten de wegen te rijden. Bij schade aan de vaak kwetsbare vegetatie wordt de bestuurder aansprakelijk gesteld.
Buiten de steden kunnen verharde wegen plotseling overgaan in onverharde grindwegen. Om de grip op de weg niet te verliezen, is het heel belangrijk dat je tijdig je snelheid aanpast.
In IJsland worden relatief veel ongelukken veroorzaakt door toeristen die op of langs de weg stoppen om foto's te maken van (of te kijken naar) het landschap of het noorderlicht. Stop of parkeer daarom alleen op daartoe aangewezen plekken langs de weg.
Er zijn geen tolwegen in Denemarken, maar voor de bruggen dien je wel te betalen. In Noorwegen moet op een groot aantal wegen wel tol betaald worden. Eens de bouwkosten van die wegen, bruggen enz. terugbetaald is, wordt die tol terug afgeschaft. Sommige steden hebben ook een stadstol zoals Bergen, Oslo, Kristiansand ... . In Zweden is er ook geen tolheffing op de wegen maar wel voor sommige bruggen en in Stockholm en Göteborg. Ook in IJsland moet je niet betalen voor het gebruik van de wegen, wel voor de Vadlaheiditunnel die dit jaar in gebruik is genomen.
Steden als Kopenhagen, Aalborg, Aarhus, Frederiksberg en Odense hebben een milieuzone voor bussen en vrachtwagens. Motorhomes vallen niet onder deze regels tenzij ze meer dan 8 zitplaatsen hebben en op diesel rijden.
In Stockholm en Göteborg is er een congestion taks. Die geldt op weekdagen tussen 6u en 18u30 maar niet tijdens het weekend, op feestdagen en in de maand juli. De regeling geldt ook voor buitenlandse voertuigen. Het systeem werkt met camera’s die de nummerplaat registreren. De rekening krijg je thuis toegestuurd.
In Denemarken en Noorwegen is er geen verplichting in verband winterbanden. In Finland, IJsland en Zweden wel. Vanaf 1 december tot einde februari in Finland en tot einde maart in IJsland en Zweden. Wat sneeuwkettingen betreft is de wetgeving in alle landen duidelijk: noodzakelijk zodra de weer- en rij omstandigheden dit noodzaken.
Nog veiliger rijden kan met spijkerbanden. Die zijn in alle Scandinavische landen toegelaten in de periode van 1 november tot Pasen (lees midden april). Je kan die ook in alle landen huren.
Laat voor het vertrek je batterij goed nameten. Koude ontneemt kracht aan de batterij en heb je pech, dan sta je al snel meerdere uren te wachten op een pechverhelper of depannagedienst.
Ook dieselproblemen komen erg vaak voor bij toeristen. Een goede raad: in de Scandinavische landen is diesel nog beter bestand tegen de extreme koude. Daarom is het aangeraden om zo snel mogelijk bij te tanken bij het inrijden van één van die landen in plaats van bij te vullen in Duitsland. Bijkomend is het ook beter geregeld bij te tanken om condensvorming tegen te gaan.
En absolute must om mee te nemen in de wagen zijn warme kleding, (warme) drank en eten en zeker ook enkele dekens. Mocht je ergens komen vast te zitten, dan heb je dat tenminste bij om je warm te houden.
Niet door iedereen geweten: sommige winterroutes worden enkel in konvooi gereden. Dit is o.a. het geval op de Oost-West verbindingen E134 Haukelifjell, E16 Filefjell en RV52 Hemsedalsfjellet. Bij bar slecht weer, met slecht zicht, harde wind en sneeuwstormen, rijdt een sneeuwruimer voorop. De konvooileider bepaalt zelf hoeveel wagens met hem kunnen meerijden. Specifieke verkeersborden duiden aan waar er konvooien gevormd worden. Het kan best enkele uren duren alvorens een konvooi is samengesteld. De uren staan aangegeven aan de verzamelplaats. Is dat niet het geval kan je bellen naar het nummer 175 bij de verkeersdienst of via GSM op + 47 81 54 89 91. Je kan hier ook in het Engels terecht.
Er zijn een paar regeltjes aan verbonden. Je auto moet technisch in goede staat zijn , je moet winterbanden hebben en alle lichten moeten goed werken. Verder moet je extra zaken bijhebben zoals: sneeuwkettingen, een zaklamp, een trekkabel en een sneeuwschop. Uiteraard ook warme kleding en stevige schoenen, mondvoorraad en warme dranken.
Ook het rijden zelf is aan strenge regels onderworpen:
Naast de wegen is het vooral ook vaak erg druk bij de verschillende veerdiensten.
Denemarken
Noorwegen
Zweden
Finland
IJsland
Alleen bij Reykjavik is er sprake van drukte. De drukste wegen zijn wegnummers 1 en 41.
VAB-Alarmcentrale | + 32 3 253 65 65 www.vab.be |
Belgische Ambassade in Kopenhagen | + 45 35 250 200 copenhagen@diplobel.fed.be |
Belgische Ambassade in Oslo, ook voor IJsland | + 47 23 239 220 oslo@diplobel.fed.be |
Belgische Ambassade in Stockholm | + 46 853 480 200 stockholm@diplobel.fed.be |
Deense Toeristische Dienst | www.visitdenmark.nl/nl/denemarken/toerist |
Noorse Toeristische dienst | www.visitnorway.be |
Zweedse Toeristische Dienst | www.visitsweden.com/zweden/ |
Denemarken:
Als je een (wild) dier aanrijdt of een loslopend, gewond of dood dier aantreft, bel je de centrale van de landelijke dierenbescherming op nummer 1812.
Op het platteland grazen vaak schapen of soms ook koeien, langs de kant van de weg. Als je een dier aanrijdt, kan de eigenaar van het dier een schadevergoeding verlangen.
IJsland:
Gebruik de speciale 112 Iceland App om bij noodgevallen hulp in te roepen. Als je op de rode noodknop drukt, wordt je locatie automatisch doorgegeven aan de hulpdiensten.
Zweden:
In Zweden vinden relatief veel ongelukken plaats met wilde dieren. Je bent verplicht om een aanrijding met een groot wild dier, zoals een eland, rendier, ree, wild zwijn of wolf, onmiddellijk te melden bij de politie via het alarmnummer 112 of via het nationale nummer van de politie 114 14. Elke aanrijding met een van deze dieren moet worden gemeld, ook als het dier niet gewond is geraakt of gedood is.
Let op: De plek waar de aanrijding plaatsvond, moet worden gemarkeerd met een lint of een ander opvallend item, zodat de politie de plek gemakkelijk kan vinden. Nadat je het ongeval hebt gemeld bij de politie en de plek van de aanrijding hebt gemarkeerd, mag je verder rijden.
Een aanrijding met een kleiner dier, zoals een das, vos of haas kun je dit ook bij de politie melden, maar dat is niet verplicht.
Finland:
Overstekende elanden en rendieren vormen op sommige wegen een gevaar voor de verkeersveiligheid. Elke aanrijding met een groot wild dier moet worden gemeld via 112.
Waarschuwingsborden en verbodsborden hebben een gele in plaats van witte achtergrond, zodat ze beter zichtbaar zijn als er sneeuw ligt.
Op de ronde, gele verbodsborden met een rode rand, is over de afbeelding een diagonale rode streep geplaatst, wat in de meeste andere Europese landen niet het geval is.
Als een verbod aan bepaalde uren is gebonden, staan de uren vermeld op een rechthoekig geel onderbord met een rode rand. De uren kunnen zijn aangegeven in zwart (voor ma t/m vr), zwart tussen haakjes (voor zaterdag) of rood (voor zondag).
Een rond blauw bord met een afbeelding van een sneeuwscooter geeft een pad aan dat door sneeuwscooters gebruikt moet worden.