Bandenadvies

Alles wat je moet weten om het meeste uit jouw banden te halen.

Welke tips kan je op deze pagina terugvinden?

 

1. Bandenkeuze

Alles begint uiteraard met de keuze van de juiste banden voor jouw wagen en rijstijl.

Hoe lees je de bandenmaat?

Voorbeeld van een bandenmaat:

bandenmaat

195: breedte van de band in millimeters
65:
procentuele verhouding tussen de breedte en de hoogte van de band
R:
radiaal (opbouw van de band)
15:
de diameter van de velg in inches
91
: code voor het draagvermogen van autobanden (‘loadindex’)
H:
code voor de maximumsnelheid (‘snelheidsindex’)

Breedte/hoogte verhouding van een bandenmaat

Dit percentage beschrijft de verhouding tussen bandbreedte en bandhoogte. Zo betekent een waarde van 55 dat de hoogte van de flank van de autoband 55% van de breedte bedraagt. In het voorbeeld is de hoogte dus 55% van 205 mm, wat gelijk is aan 113 mm. Hogere banden hebben doorgaans meer comfort. Er is immers meer demping door de lucht in de band.

Draagvermogen van een bandenmaat

De code voor het draagvermogen op autobanden (‘loadindex’) beschrijft het maximaal toegestane gewicht dat de band mag dragen. Wij adviseren het draagvermogen aan te houden dat wordt aangegeven door de fabrikant van uw auto.



Snelheidsindex van een bandenmaat

De code voor de maximumsnelheid (‘snelheidsindex’) beschrijft de maximaal toegestane snelheid die met deze banden mag worden gereden. Winterbanden met een lagere snelheidsindex mag je op je wagen monteren (op voorwaarde je een sticker aanbrengt met de maximum toegelaten snelheid van de winterband), andere banden niet. Banden met een hogere snelheidsindex mag je altijd monteren.

 

 

2. Bandenspanning

Rij nooit met een te hoge of te lage bandenspanning. Zo vermijd je gevaarlijke situaties en buitensporig brandstofverbruik. Hou je strikt aan de bandenspanning die door de autoconstructeur wordt aanbevolen. Die vind je in de handleiding of het onderhoudsboekje van je wagen en doorgaans ook op een vignet in de deur aan bestuurderskant. 

Wanneer bandenspanning controleren?

Controleer de bandenspanning zeker één keer per maand en altijd voor een lang traject. Ideaal corrigeer je ook de bandenspanning als de banden koud zijn, dus nadat je wagen een uur of langer heeft stilgestaan. Voor winterbanden verhoog je de bandenspanning best met 0,2 bar gezien de lagere temperaturen in dat seizoen. 

 

Let op voor onderdruk en overdruk

Als een band te weinig is opgepompt, spreken we van onderdruk. Hierdoor zal hij sneller verslijten. Dat gebeurt ook als hij te strak opgepompt is (overdruk). Dan heeft enkel het middenste gedeelte van de band contact met de weg. Ook is de band in dat geval minder wegvast en zal hij minder efficiënt remmen. Een band met te lage of te hoge spanning verhoogt het risico op een klapband en zorgt ervoor dat je wagen meer verbruikt.

 

 

3. Slijtage aan je banden beperken

Sommige gevaren op de weg kan je moeilijk vermijden: kuilen, glas, stenen, … Maar de belangrijkste oorzaken van bandenproblemen, die heb je zelf in de hand. Vermijd op elk moment de verkeerde bandenspanning, te snel rijden en overbelasting. Zo rijd je niet alleen veiliger, je banden zullen ook langer meegaan.

Vermijd een te lage of te hoge bandenspanning

Rij nooit met banden die niet hard genoeg zijn opgepompt, of net te hard zijn opgepompt. Dat is niet goed voor de levensduur van de banden, het rijcomfort, de tractie en de remkracht. Te lage bandenspanning resulteert in oververhitting, toename van de rolweerstand en voortijdige slijtage of zelfs schade aan de band. Ook een te hoge bandenspanning verlaagt de levensduur en vermindert de grip.

Vermijd te snel rijden

Bij contact met een gevaar op de weg, heb je meer kans op beschadiging dan bij lage snelheid. Als je snel rijdt, bouwt de band bovendien te veel hitte op. Dat kan leiden tot beschadiging of zelfs in een plotse breuk van de band en snel luchtverlies. Daardoor kan je de controle over het stuur verliezen, met ongevallen tot gevolg. Merk je dat een band of wiel beschadigd is? Laat dit dan meteen nazien door een VAB-bandenspecialist.

Vermijd overbelasting

Controleer zeker het maximum draagvermogen van je banden. Dit vind je terug op de zijwand van je band. Zorg dat je deze waarde niet overschrijdt. Want overbelaste banden kunnen oververhit geraken. Volg altijd de aanbevelingen van de bandenspecialist.

 

Slijtage banden: Hoe te controleren?

Het loopvlak is het enige deel van de band dat zorgt voor grip op de weg. Rij je met versleten banden? Dan verhoogt dit de kans op een lekke band en aquaplaning of gevaarlijke situaties in de winter. Controleer dus regelmatig de slijtage van je banden:

  1. Zorg voor een duidelijk zicht op het loopvlak
  2. Controleer het bandenprofiel

 

Wat zijn de symptomen van slijtage?

  1. Profieldiepte
  2. Banden moeten een profieldiepte hebben van minstens 1,6 mm over hun hele omtrek en op het bandgedeelte dat drie vierde van de breedte van de band beslaat. Laat je zomerbanden vervangen als de profieldiepte 2 mm bedraagt en winterbanden als de profieldiepte minder dan 4 mm. 
    Alle banden zijn voorzien van slijtage-indicatoren: kleine rubberen blokjes in de hoofdgroeven met de letters TWI erbij (Tread Wear Indicator). Is het profiel tot op deze slijtage-indicator versleten? Dan is de wettelijke limiet bereikt en moet de band worden vervangen. 
    Bestuurders die rijden met banden die minder profieldiepte hebben dan de wettelijke limiet, spelen met hun veiligheid, die van hun passagiers en andere weggebruikers. Bovendien riskeer je in dat geval ook een boete.

  3. Afwijkende slijtagepatronen

 

Oude banden? Wij vertellen je waar je ermee terecht kan.

Voor versleten banden heb je vandaag verschillende mogelijkheden. 

Wat is Recytyre?

De vzw Recytyre, het beheersorganisme voor afvalbanden in België, werd op 9 februari 1998 opgericht door de 6 belangrijkste bandenproducenten en invoerders samen met een aantal groeperingen vertegenwoordigd binnen Federauto.

Deze organisatie werd opgericht als antwoord op de aanvaardingsplicht voor afvalbanden, in overeenstemming met de milieubeleidsovereenkomsten. Meer info vind je op recytyre.be

Maak een afspraak bij VAB-Banden

Contacteer ons op info@vabbanden.be of bel naar 03 489 11 90 voor een afspraak.

Onze centrale is gesloten op zon- en feestdagen.

Lier - Lubaco

Liersesteenweg 174
2520 Ranst - 034891190

Ma–Vr
09u00 – 12u00
13u00  18u00

Za
09u00 – 13u00

 

Of contacteer één van onze partner-centrales van Banden-Peeters

Contacteer onze partner-centrales via onderstaande gegevens voor een afspraak.

Dilbeek

Ninoofse steenweg 633 - 1700 Dilbeek
025690156
dilbeek@bandenpeeters.be

Overijse

Brusselsesteenweg 345 - 3090 Overijse
026579358
overijse@bandenpeeters.be

De Pinte (Gent)

Grote steenweg 11/A - 9840 De Pinte
092201501
depinte@bandenpeeters.be